De voorkant van de bankje dat op het pleintje bij de toren van de Nederlands Hervormde kerk van Beerta staat. Foto: ©Harm Hillinga, 2013.
In 2012 heeft de gemeente Oldambt op het pleintje bij de toren van de Nederlands Hervormde kerk van Beerta een bankje geplaatst. De onoplettende voorbijganger zal bij het voorbijgaan er mogelijk even bij blijven stilstaan of na een lange wandeling gaan zitten om te rusten. Al snel zal de vermoeide wandelaar er achter komen dat in deze winterdagen zijn achterwerk behoorlijk koud zal aanvoelen. Het bankje is dan ook gemaakt van een soort beton, geheel belegd met mozaïkwerk, waardoor het geheel enigszins druk overkomt. De voorkant springt het meest in het oog en stelt de huidige tijd voor. We zien landerijen, hard werkende mensen en een Groninger boerderij met daarboven een heldere blauwe lucht met wolken. Aan de rechterkant staat de naam van de huidige basisschool, o.b.s. 'De Uilenburcht', hetgeen wil zeggen dat het bankje door die school is 'geadopteerd'. Hopenlijk letten de leerlingen er goed op dat vandalen het opmerkelijk kunstwerkje niet gaan bekladden.
Afb. links: Het wapenveld op de linkerkant van de bank. Foto: ©Harm Hillinga, 2013.
Links van het bankje, bij de armleuning, zien een liggend wapenveld, dat ik voor NzD heb geroteerd om het beter leesbaar te maken. Op het wapenveld staan een zevental wapens afgebeeld, waarvan de afbeelding linksonder in een minder goed geslaagde afbeelding is van het wapen van de Tiddinga's, met vlak daarboven het wapen van de Huninga's. Sebo Huninga, die via zijn vrouw in het bezit is gekomen van de Tidingaborg, staat met naam genoemd en boven de tekst is een verzonnen wapen te zien met Sebo te paard. De afbeeldingen zijn gemaakt door leerlingen van de bovengenoemde basisschool.
De achterkant van het bankje is historisch gezien het meest interessant. We zien daar landerijen, een bos, bomen langs een oprijlaan en een kasteel, met geheel vooraan een ruiter te paard. Dat moet 'ridder' Sebo Huninga voorstellen. Mogelijk moeten we ons voorstellen dat hij hier juist vlucht uit zijn 'kasteel'. Als je goed kijkt kun je de hoefafdrukken van het paard in het plaveisel zien. Het beeld is enigszins vertekend, want Sebo is nooit tot ridder geslagen en dus nooit ridder geweest. Hij heeft in de 17e eeuw (1605- 15 april 1661) geleefd en dan is de riddertijd al voorbij. Ook heeft Sebo nooit in een kasteel gewoond maar in een borg, de Huningaborg in Beerta. Tegenwoordig staat op het borgterrein een boerderij, de Huninga Heerd [4], dat helaas slecht onderhouden is [3]. Elke keer als ik er langs rijdt met de auto, ga ik ter plekke langzamer; niet alleen omdat het daar een dertig kilometer zone is, maar ook om even naar links te kijken om mijn blik te werpen op de boerderij, een Rijksmonument. De twee lelijke coniferen hebben er tientallen jaren, maar zijn nu weggehaald, en de vier monumentale piedestallen zijn nog steeds niet behandeld tegen weer en wind. Sterker nog, het vierde exemplaar wordt sinds een jaar aan het oog onttrokken doordat het is overwoekerd door struiken. Op de terugweg, nog even snel naar rechts kijkend, kan ik het niet nalaten een inwendige blijk van afkeuring te prevelen......
NB: Anno 2024 is de boerderij al een aantal jaren geleden gerestaureerd.
Terugkomend op het mozaïekwerk zien we op de achterkant van het bankje, dat de toegangsweg naar het kasteel en de weg waarop Sebo te paard rijdt is voorzien van moderne straatstenen en die bezitten de mensen in die tijd nog niet in een dergelijk grote hoeveelheid: ze zijn dan nog veel te duur en zelfs voor Sebo onbetaalbaar.
Op internet zwerft her en der een gedicht over Sebo rond. Het is geschreven door de Groninger schrijver Derk Sibolt Hovinga (1909-1990). Ook hier wordt Sebo als ridder afgeschilderd. Bij het gedicht wordt dan meestal een korte toelichting gevoegd, net als het gedicht is het geschreven in het Gronings, waarin ondermeer staat 'Hai was aigender van de Tiddingabörg in Oostwold'. Ook dat klopt niet. Vanaf 1625 woont hij met zijn vrouw Tia (Tyade) Tiddinga op de Tiddingaborg in Beerta. Die borg heeft Tia geërfd van haar ouders Doedo Luwerts Augustinus Tiddinga Van Midwolde en zijn vrouw Bauwe Haijckens. Doedo is heer op de Tiddingaborg in Beerta, volmacht van het 'Karspel Beerta' en kerkvoogd aldaar. Hij is in de kerk van Beerta begraven, evenals Sebo. Als Sebo en Tia circa 1625 in het huwelijk treden en op de borg in Beerta gaan wonen, wordt de Tiddingaborg omgedoopt in Huningaheerd.
Conclusie: de Tiddingaborg van Sebo heeft niet in Oostwold gestaan, maar in Beerta en had ten tijde van het beschreven voorval al de naam Huningaborg. Overigens is Sebo wel op een borg in Oostwold geboren, maar dat is een ander verhaal.
Foto boven: De achterkant van de bank. Foto: ©Harm Hillinga, 2013
'Sebo Hunengoa, dei ridder biederhaand, leefde van 1603-1661. Hai was aigender van de Tiddingabörg in Oostwold, moar doar luit e 't nait bei. Hai kwam in verzet tegen de stad Grunnen (dei ook dou al de boas speulen wol) en kreeg doarbei steun van de Ommelander Landdag in Apingedam. In 1640 brocht hai de zoak veur Stadholder Frederik Hendrik, moar de oetsproak vuil gunsteg oet veur de stad. Dat staait aalmoal te lezen in de Grunner Encyclopedie van K. ter Laan. En ook dat Sebo Hunengoa in 1639 oet de pervinsie verbannen wuir, noadat de stadjeders vergees perbaaierd haren om de ridder gevangen te nemen (zoals in 't gedicht te lezen staait). In 1640 stuurden de Stoaten-Generoal afgevoardegden, dei de stad bevestigden in 't bestuur over 't Oldambt. De praktiek was nait zo makkelk, want in 1643 stelde 't Oldambt n aigen regeren in. Der wuiren 300 gewoapende mannen in dainst nomen en de drost en siktoares wuiren votjagd. In 1648 gelastten de Stoaten-Generoal, dat 't Oldambt de ambtenoaren van de stad erkennen mos' [01].
Noten, bronnen en literartuur: 01.
D.S. Hovinga. Derk Sibolt Hovinga (1909-1990) is n Grunnegstoaleg dichter en boer. Hovinga, dij Olde Toalen studaaierd haar, en boer ien t Oldambt. Hai schreef benoam over de natuur en de Grunneger kultuur van dizze streek. Ook goan summege gedichten over historische onderwaarpen, mythologie, volksverhoal en mystieke ervoarens. Hai het negen dichtbundels oetgeven. Hovinga was ien joaren vieftig redacteur van t tiedschrift veur Nedersaksische literetuur 't Swieniegeltje en druig doar gedichten en boukbesprekens aan bie. Ien 1983 het Hovinga de Literaire Pries van Stichting 't Grunneger Bouk oetlangd kregen veur zien dichterij. Omreden zien waark as hail muzikoal zain wordt, het t projekt Oost-Groninger Wereldmuziek summege van zien 'laiden' op muziek zet en ien 2008 ien Oostwòld, nait wied van zien vrougere woonhoes, speuld en zongen. Marten Grupstra het n borstbeeld van Hovinga môkt, en H.B. Reininga het n biogroafie van hom schreven, Derk Sibolt Hovinga: Dichter en boer. De waarheid achter de mythe. t D.S. Hovinga-fonds geft zien gedichten opnij oet en subsidieert wiedere Grunnegstoalege kultuuroetingen. (Bron: Groninger Wikipedia).
Opmerking: - Het bankje staat anno 2017 niet meer bij de kerk, maar in het centrum bij de supermarkt. Eigenlijk jammer dat het bankje is verplaats uit de directe omgeving van de kerk, omdat juist daar Sebo begraven ligt.
|